Trouwen zit opnieuw in de lift. Wat maakt het huwelijk zo interessant?

Na jaren (feitelijke of wettelijke) samenwoning zwichten steeds meer koppels toch voor het huwelijk. Trouwen kent een revival. Niet in het minst omdat het huwelijk hen een niet te onderschatten wettelijke bescherming biedt. Zowel tijdens als na het huwelijk.

Primair huwelijksstelsel voor alle gehuwden

Allereerst zijn alle gehuwden, door het loutere feit van het huwelijk en ongeacht onder welk stelsel men trouwt, onderworpen aan de regels van het ‘primair huwelijksstelsel’. Dit stelsel regelt de wederzijdse rechten en plichten van echtgenoten die dermate fundamenteel zijn dat ze niet kunnen worden uitgesloten of gewijzigd. Het primair stelsel beoogt een minimum aan huwelijkse solidariteit en legt daarbij het accent op het gezinsbelang.

Bescherming van de gezinswoning

Eén van de belangrijkste aspecten van dit primair stelsel is de verregaande bescherming van de gezinswoning, ongeacht wie van de echtgenoten er eigenaar van is. Geen van beide echtgenoten kan eenzijdig, zonder instemming van de andere, een beslissing nemen die de bestemming van de woning als gezinswoning in het gedrang brengt of zou brengen. De gezinswoning kan bijvoorbeeld niet zonder het akkoord van de andere echtgenoot worden verkocht of met een hypotheek worden bezwaard. Bij conflicten kan de belanghebbende echtgenoot zich wenden tot de familierechtbank.

Deze bescherming is begrensd. Ze speelt enkel tussen de echtgenoten onderling en laat derden buiten schot (bv. geen bescherming tegen beslag door een schuldeiser). De bescherming geldt ook enkel met betrekking tot de woning die daadwerkelijk dienst doet als gezinswoning en strekt zich dus niet uit tot de vakantiewoning of een tweede verblijf. Ook de gezinswoning die werd ingebracht in de vennootschap van één echtgenoot of beide echtgenoten valt buiten de wettelijke bescherming.

Secundair huwelijksstelsel

Naast het primair stelsel is er ook een ‘secundair huwelijksstelsel’ dat de vermogensrechtelijke verhoudingen tussen de echtgenoten verder uitwerkt en vormt geeft. De echtgenoten kunnen het secundair huwelijksvermogensstelsel zelf kiezen en verfijnen via een huwelijkscontract en genieten daarbij een ruime contractuele vrijheid (bv. stelsel van scheiding van goederen). Huwt men zonder huwelijkscontract, dan is automatisch het wettelijk stelsel van toepassing. Dit stelsel streeft naar financiële solidariteit tussen de partners.

Wettelijk stelsel: gemeenschap van aanwinsten

Het wettelijk stelsel omvat drie vermogens. Elke partner heeft een apart eigen vermogen dat bestaat uit de goederen die men bezat vóór het huwelijk (bv. een grond die of een huis dat werd aangekocht vóór het huwelijk) en deze die men verkrijgt tijdens het huwelijk uit een schenking of erfenis. Het overige behoort tot het derde vermogen: de huwgemeenschap.

Sponswerking van de huwgemeenschap

De huwgemeenschap werkt als een spons: al wat het echtpaar verwerft tijdens het huwelijk wordt in principe door de huwgemeenschap opgezogen, behalve schenkingen en legaten die eigen blijven. De beroepsinkomsten ((ere)lonen, wedden, bonuspremies, …) en de inkomsten uit de eigen goederen (bv. huurinkomsten uit de verhuur van een eigen opbrengsteigendom of interesten uit een effectenportefeuille die men reeds vóór het huwelijk bezat, …) zijn gemeenschappelijk. De gelden die het echtpaar dus vergaart en spaart tijdens het huwelijk zijn gemeenschappelijk ongeacht op wiens rekening ze worden gestort. Ook de goederen die met gemeenschapsgeld worden gekocht, behoren, althans minstens wat hun vermogenswaarde betreft, tot de huwgemeenschap.

Bovendien worden alle goederen waarvan geen van de echtgenoten het eigen karakter kan aantonen vermoed gemeenschappelijk te zijn. Een goed – of minstens de vermogenswaarde ervan – zal dus tot de huwgemeenschap behoren, tenzij er wordt aangetoond dat het eigen is (bv. bewijs dat het goed reeds verkregen was vóór het huwelijk of met eigen middelen werd aangekocht). Dit geldt voor alle types van goederen, ook voor gelden die op een bankrekening staan op naam van één van de echtgenoten.

Een bijzondere situatie is deze wanneer een echtgenoot tijdens het huwelijk een vennootschap opricht met (minstens de helft) gemeenschapsgelden en als zaakvoerder optreedt. Het statuut van de aandelen is dan tweeledig: de vermogenswaarde van de aandelen (bv. de uitkeringen bij een kapitaalvermindering) is gemeenschappelijk omdat ze met gemeenschapsgelden zijn gefinancierd. De lidmaatschapsrechten en het recht om als eigenaar te handelen (bv. stemrecht op de algemene vergadering) komt daarentegen toe aan de echtgenoot op wiens naam de aandelen staan.

Langstlevende echtgenoot heeft beschermde erfaanspraken

De huwelijkse bescherming loopt verder na overlijden. De langstlevende echtgenoot is een wettelijke erfgenaam op grond van de huwelijksband en geniet een automatisch erfrecht. De omvang en de aard van de erfrechtelijke aanspraken van de langstlevende zijn afhankelijk van een aantal factoren, onder andere met welke erfgenamen de langstlevende tot de nalatenschap geroepen is. Ook het huwelijksvermogensstelsel waaronder men gehuwd was en de huwelijksvoordelen die werden voorzien, bepalen de omvang van de aanspraken van de langstlevende bij het overlijden van diens echtgenoot. Bij het overlijden van één van de echtgenoten wordt immers eerst (vooraleer de nalatenschap wordt vereffend en verdeeld) het huwelijksvermogensstelsel ontbonden. De afwikkeling van het huwelijksvermogensstelsel zal daarom de samenstelling van de nalatenschap van de overleden echtgenoot bepalen.

In elk geval geniet de langstlevende een bijzondere bescherming als reservataire erfgenaam: men heeft recht op een beschermd minimaal erfdeel (de reserve) dat in principe niet kan worden beperkt of ontnomen (tenzij wanneer er een echtscheidingsprocedure zou lopen en een ontervend testament werd opgemaakt of in het geval er kinderen uit een vorige relatie zijn en een Valkeniersbeding werd opgenomen). De wet kent de langstlevende echtgenoot twee soorten reserves toe: een abstracte reserve (het vruchtgebruik op de helft van alle goederen van de nalatenschap) of een concrete reserve (het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad). Welke reserve voor de langstlevende het meest voordelig is, is afhankelijk van de samenstelling en de grootte van de fictieve massa.

Onderhoudsuitkering tussen echtgenoten tijdens het huwelijk

Echtgenoten zijn elkaar hulp verschuldigd en moeten bijdragen in de lasten van het huwelijk. De hulpverplichting is de specifieke onderhoudsverplichting tussen echtgenoten en wordt in principe vervuld door het feit dat de echtgenoten samenwonen. Als men tijdens het huwelijk of tijdens een echtscheidingsprocedure niet langer samenwoont, neemt de hulpplicht de vorm aan van een onderhoudsbijdrage. De rechter kan dan oordelen dat de ene echtgenoot een persoonlijke onderhoudsbijdrage verschuldigd is aan de andere. Voor de begroting van deze onderhoudsbijdrage is de levensstandaard die de echtgenoten tijdens het huwelijk genoten determinerend. De hulpverplichting blijft bestaan zolang het huwelijk duurt en vervalt pas na het definitief worden van de eventuele echtscheiding.

Onderhoudsuitkering tussen ex-echtgenoten na echtscheiding

Ook als het huwelijk niet standhoudt, kan de huwelijkse solidariteit in zekere mate doorwerken na echtscheiding. De wet voorziet dat de economisch zwakke echtgenoot die behoeftigheid aantoont, een onderhoudsuitkering kan vorderen van de ex-echtgenoot. Deze onderhoudsbijdrage is beperkt qua omvang en duur. Het is niet toegestaan om vóór de echtscheiding afstand te doen van de rechten op een uitkering tot levensonderhoud. Pas na de echtscheiding kunnen de ex-echtgenoten hierover een overeenkomst sluiten.

Heeft u nog vragen? Wij adviseren u graag over de gevolgen van een huwelijk op uw persoonlijke situatie.

Auteur

Julie Borms

Advocaat, Vennoot

 

      

LAAT ONS U HELPEN

Heeft u vragen over (internationale) echtscheiding, erfenis of familierecht? Keyser advocaten behandelt onder meer echtscheidingen en zaken die gaan over alimentatie, erfrecht en afstamming. Contacteer ons advocatenkantoor in Antwerpen voor een consultatie met advocaten gespecialiseerd in familierecht en familiaal vermogensrecht, in zowel binnen- als buitenland.

Gerelateerde artikelen

Wij streven ernaar om de cliënt zoveel als mogelijk te ontzorgen en een dienstverlening te bieden die zijn verwachtingen overstijgt.

VIND ONS
Amerikalei 187
2000 Antwerpen