onderhoudsplicht_meerderjarig_studerend_kind

Hoe lang duurt de voorwaardelijke onderhoudsplicht ten aanzien van een meerderjarig (studerend) kind?

Ouders hebben een wettelijke verplichting om bij te dragen aan het onderhoud van hun kinderen, ook na het bereiken van de meerderjarigheid. Deze verplichting is echter voorwaardelijk en hangt af van verschillende factoren en omstandigheden. In dit artikel bespreken we de voorwaarden en beperkingen van de onderhoudsverplichting van ouders na de meerderjarigheid van hun kinderen.

De abnormale voortgang van een passende opleiding van een kind

Een van de meest voorkomende omstandigheden waarin ouders verplicht zijn om na de meerderjarigheid bij te dragen, is wanneer het kind nog studeert. Deze verplichting is vastgelegd in artikel 203, §1 van het oud Burgerlijk Wetboek, maar de wetgever heeft niet gespecificeerd wanneer een opleiding als voltooid wordt beschouwd. Dit leidt tot praktische vragen zoals:

  • Hoeveel kansen krijgt een kind om een opleiding te voltooien?
  • Wat gebeurt er als een kind na het behalen van een diploma een andere opleiding start?
  • Loopt de verplichting door als een kind na het einde van de studies niet direct werk vindt?

Door dit gebrek aan duidelijk wettelijk kader, is er een waaier aan casuïstiek voorhanden. Toch kunnen een paar vuistregels geformuleerd worden:

1. Normale voortgang van de studie

Studies moeten een normale voortgang hebben, maar dit betekent niet dat de verplichting ophoudt als een kind enkele verkeerde keuzes maakt. Familiale omstandigheden of opvoedkundige verwaarlozing kunnen een verlenging rechtvaardigen. Een belangrijke indicator hierbij is het resterende leerkrediet. Als dit opraakt, kan de onderhoudsbijdrage stoppen.

2. Passende opleiding

Het kind moet een passende opleiding volgen, wat beoordeeld wordt op basis van de levensstandaard van de ouders en het intellectueel vermogen van het kind. Als een kind niet slaagt omdat het niveau te hoog is, kan de onderhoudsverplichting eindigen, tenzij het kind gemotiveerd is om de studies voort te zetten.

3. Duur van de onderhoudsverplichting

De onderhoudsverplichting eindigt meestal wanneer een kind een diploma behaalt dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt. Een academisch bachelordiploma biedt vaak minder arbeidsmarktkansen dan een professioneel bachelordiploma, waardoor de verplichting kan blijven bestaan. Ouders zijn in principe niet verplicht om totaal andere, bijkomende studies te financieren, hoewel hierover verdeeldheid bestaat in de rechtspraak.

Eenmaal een diploma op zak, neemt de onderhoudsverplichting op basis van artikel 203,§1 van het oud Burgerlijk Wetboek een einde.

Gebrek aan respect voor de ouders

Een tweede omstandigheid waarin de vraag gesteld kan worden of de onderhoudsverplichting na meerderjarigheid nog doorloopt is de situatie waarin een kind geen respect of eerbied heeft voor zijn ouders. Sinds tussenkomst van het cassatiearrest van 03.06.2010 is het in principe zo dat dit geen voorwaarde is die gekoppeld kan worden aan de onderhoudsverplichting. Een onderhoudsbijdrage is aldus nog steeds verschuldigd ondanks het gebrek aan respect.

Echter is de rechtspraak verdeeld aangezien dit niet lijkt te stroken met het rechtvaardigheidsgevoel. Op die manier wijst volgens sommige rechtspraak een vertroebelde relatie of contactbreuk tussen kind en ouder op zich nog niet op een gebrek aan respect. Er werd echter ook al geoordeeld dat dit juist wel wijst op een gebrek aan respect in hoofde van een kind ten aanzien van zijn ouder waardoor geen onderhoudsverplichting meer geldt na de meerderjarigheid.

Een kind met een handicap dat geen opleiding volgt

Indien een meerderjarig kind niet studeert, zal de onderhoudsverplichting op basis van artikel 203 van het oud Burgerlijk Wetboek in principe een einde nemen aangezien een kind, indien het zelfstandig een verdienvermogen door professionele activiteiten kan verwerven, geacht wordt voor het eigen levensonderhoud te kunnen instaan.
Echter zijn er omstandigheden denkbaar waardoor de onderhoudsverplichting geen einde neemt en verplicht wordt op basis van artikel 205 van het oud Burgerlijk Wetboek en niet langer een verplichting is op basis van artikel 203 van het oud Burgerlijk Wetboek.

Een voorbeeld van zo een situatie is de omstandigheid waarin een meerderjarig kind een handicap heeft, geen opleiding kan volgen en geen inkomen uit professionele activiteiten kan genereren. In zo een situatie zal het meerderjarig kind een onderhoudsbijdrage van zijn ouders kunnen vorderen weliswaar met dien verstande dat er zal moeten worden aangetoond dat het kind behoeftig is.
Aldus dient het kind zich tevreden te stellen met wat vereist is om in de levensbehoeften te voorzien en kan het zich niet beroepen op de standing van tijdens het gezinsleven, hetgeen het wel kan indien het kind een onderhoudsbijdrage ontvangt op basis van artikel 203 van het oud Burgerlijk Wetboek.

Om na te gaan in welke mate er sprake is van behoeftigheid zal er dienen worden nagegaan welke de verschillende inkomensmogelijkheden van het kind zijn. Op die manier zijn er in België verschillende mogelijke tegemoetkomingen van de overheid: verhoogde kinderbijslag tot de leeftijd van 21 jaar, een inkomen vervangende tegemoetkoming, een integratietegemoetkoming, een persoonsvolgend budget en dergelijke meer. Met deze tegemoetkomingen zal een familierechter rekening houden om de behoeftigheid te beoordelen.
Indien er na deze tussenkomsten nog sprake is van behoeftigheid, kan er mogelijks een onderhoudsplicht bestaan in hoofde van de ouders op basis van artikel 205,§1 van het oud Burgerlijk Wetboek.

Aldus is de onderhoudsverplichting na meerderjarigheid een feitelijke appreciatiekwestie en is het daarom dan ook moeilijk te voorspellen hoe familierechters beoordelen in een specifieke situatie of er na meerderjarigheid nog een onderhoudsbijdrage verschuldigd is. Des te meer gelet op de context waar een familierechter rekening mee kan houden zoals psychische moeilijkheden die een student kan hebben na de COVID-crisis maar ook de mentale toestand van een kind na een relatiebreuk van de ouders die een abnormale voortgang van de studies kunnen rechtvaardigen.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met ons kantoor.

Auteur

Julie Borms

Advocaat, Vennoot

 

      

LAAT ONS U HELPEN

Heeft u vragen over (internationale) echtscheiding, erfenis of familierecht? Keyser advocaten behandelt onder meer echtscheidingen en zaken die gaan over alimentatie, erfrecht en afstamming. Contacteer ons advocatenkantoor in Antwerpen voor een consultatie met advocaten gespecialiseerd in familierecht en familiaal vermogensrecht, in zowel binnen- als buitenland.

Gerelateerde artikelen

Wij streven ernaar om de cliënt zoveel als mogelijk te ontzorgen en een dienstverlening te bieden die zijn verwachtingen overstijgt.

VIND ONS
Amerikalei 187
2000 Antwerpen